Henk Lutjenkossink (85) is een van de meest succesvolle fokkers van Hollandse krielen. Hij fokt de kleurslagen patrijs, geelpatrijs, koekoekpatrijs en zwart. Het geheim van de smid? Henk zet bij het fokken regelmatig zijn zesde zintuig in… En hij is ook nog eens bereid om uit te leggen hoe hij dat doet. Op naar Winterswijk.

Geen wonder dat de Hollandse Krielen Club (HKC) één van de grootste speciaalclubs van Nederland is. De haantjes van dit ras zijn vleesgeworden siervuurwerk. Ze hebben een volle, brede borst, een rijkdom aan zadelbehangveren en een fontein van fraai gebogen sikkelveren. Wat de zwarte variant aan kleur mist, maakt hij goed met de hoogglans van zijn verenpak en de zuiver witte oorlellen.

De hennetjes hebben dezelfde fiere houding en gespreid staande stuurveren. Sierlijke ballerina’s met waaiers… Alsof al die schoonheid nog niet genoeg is, heeft dit ras ook nog eens een fijn karakter: levendig, nieuwsgierig en allesbehalve (mensen)schuw.

Kuikens fokken met beleid
Lutjenkossink fokt jaarlijks zo’n 100 kuikens. “Onbevruchte eieren heb ik nooit. Frisse lucht en voldoende licht (14 à 15 uur per dag) is alles. De hanen voer ik hennepzaad bij. Daar worden ze temperamentvol van. Kuikensterfte komt bij mij ook maar zelden voor. Dat heeft alles met temperatuur te maken. Die mag nooit onder de 37 à 38 graden Celsius komen. Soms red je het met alleen een verwarmingsplaatje niet. Heel vroeg in het jaar zet ik wel eens een straalkachel aan. Dan is de bodemwarmte in ieder geval goed. Ik leg er ook altijd een thermometer onder.

Erfelijkheidsleer
“Goede dieren fokken is afhankelijk van twee aspecten”, legt Lutjenkossink uit. “Allereerst het technische aspect: kennis van de erfelijkheidsleer. Ik vind het leuk om daarmee te experimenteren. Zo heb ik patrijs en geelpatrijs, omdat ik patrijzen kan verbeteren door geel in te kruisen en vice versa. Ik heb ook een recessief gele patrijshaan gepaard aan een geel hennetje. Daar heb ik nu een mooie gele van, met een betere kinlijn!”

Zesde zintuig

Lutjenkossink vertelt verder: “Maar het gevoelsmatige aspect is bij het fokken minstens zo belangrijk. Hoe ik mijn zesde zintuig inzet? Er staat een ideaalbeeld op mijn netvlies geschreven. Mijn ideaalbeeld, wel te verstaan. Voorbeeldje. Een fokker deed zijn drie zwarte hennetjes weg. Twee ervan hadden het predicaat ZG: zeer goed. Het derde had een G: goed. Dat hennetje kocht ik, puur op gevoel. Omdat ik haar type mooi vond. Dat ze een slecht kammetje had stoorde mij niet. In Duitsland kocht ik een zwarte haan met een prachtige glans en heel mooi kammetje. Uit die twee kwamen direct prachtige dieren uit. Een ervan was enkele jaren geleden op de Noordshow in Zuidlaren de beste van 3000 dieren!”

Voor meer informatie over de Hollandse kriel, kijk op de website van HKC: https://www.hollandsekriel.nl 

Tekst en foto: Margriet Markerink

Meer lezen over deze nuchtere, maar bevlogen fokker en over de Hollandse kriel? Neem een (proef)abonnement en vermeld in het opmerkingenveld dat je Boerenvee nr. 4 als eerste nummer van je abonnement wil ontvangen.